Humanities Honours Blog

Blogbericht

Op naar de Opera! – Interview met Ronneke Nieuwenhuis over haar stage bij De Nationale Opera

Geschreven door Anna Verhoeven

In oktober sprak ik – toen nog – HHP student Ronneke Nieuwenhuis (23) over haar stage bij het Nationale Opera & Ballet. Haar stage heeft zij inmiddels afgerond en ze is aan de slag als assistent Artistieke Zaken. De student Muziekwetenschap had hier vanaf het begin van haar studie al op ingezet. “[het Nationale Opera & Ballet] heeft in mijn hoofd zo’n hoog aanzien. Als je ergens in een theaterorganisatie wil meekijken dan is het wel een soort van de place to be. Er werken heel veel mensen en ik wilde gewoon heel graag weten hoe het was om in zo’n organisatie achter de schermen te werken.” En zo geschiedde. “Ik dacht dit is heel competitief, heel veel mensen willen hier stage lopen, dus ik had me al op het ergste voorbereid, ‘dit gaat helemaal niet lukken’. Maar ik heb die website goed in de gaten gehouden, ik wist dat ik bij Artistieke Zaken stage wilde lopen en heb toen ontzettend mijn best gedaan op mijn cv, mijn motivatiebrief en nieuwe foto’s laten maken. En ik werd aangenomen!”

Ze kwam als kind al in het gebouw als bezoeker van balletvoorstellingen en droomde er in eerste instantie van om zélf op het podium te staan als musicalperformer. Ze deed de vooropleiding Muziektheater aan Artez Arnhem om vervolgens over te stappen om de muziekproductie-opleiding aan Artez Enschede, maar ook dat was nog niet wat haar aansprak. “Ik vond vooral de theorie heel leuk.” Daar bleek de opleiding Muziekwetenschappen aan de Universiteit van Utrecht de goede plek voor te zijn.

Maar wat doet een stagiair Artistieke Zaken eigenlijk zoal?

“Ik ben in een wat grotere zin bezig met het organiseren van de contracten en dat ze getekend worden. Ook voor volgende seizoenen. Daarnaast ben ik sinds deze week ook verantwoordelijk voor de coronateststraat.” De najaarslockdown was afgelopen oktober nog in volle gang en er lag dus een flinke uitdaging voor de theaters hoe ze de voorstellingen toegankelijk konden houden. “Het is leuk om een aanspreekpunt te zijn binnen zo’n organisatie. Als zo’n rooster rondkomt – er zijn vier groepen performers die drie keer per week getest moeten worden – dat is dan echt een leuke puzzel.”

Was je eraan toe om zo praktisch bezig te zijn in plaats van studeren? “Ik was er wel aan toe, maar ik realiseer me nu ook wel dat het best lekker is om student te zijn. Maar ik vind het een waardevolle ervaring om een keer gewoon van negen tot zes op kantoor te zitten.”

Hoe ziet die kantooromgeving eruit? “Ja, eigenlijk heel saai. Ik zit daar met vijf mensen in een kantoorruimte met een laptop. Iedereen heeft zijn eigen functie bij Artistieke Zaken: contracteren van solisten, figuranten en dieren op het toneel, koren en orkesten, internationale projecten. Het gaat veel over geld en contracten en onderhandelen.” En was je daar op voorbereid? Dat ligt toch niet helemaal in het straatje van Muziekwetenschap. Lacht: “Nee, daar was ik niet helemaal op voorbereid. Maar het is wel in interessant. Het was even zoeken hoe ik daar mijn eigen ding in kwijt kan, maar dit is een hele oriënterende stage voor mij omdat ik nog niet weet wat voor richting ik op wil. Ik wil ook graag kijken bij andere afdelingen. Wat vind ik interessant? Waar ben ik goed in? Wat sluit goed bij mij aan?”

En nu ben jij hét aanspreekpunt bent wat betreft de teststraat, hoe vind je die verantwoordelijkheid? “Daar ga ik eigenlijk altijd heel goed op. Beter meer verantwoordelijkheid dan minder, haha. En ik doe het ook samen met mijn begeleider, dus ik word niet in het diepe gegooid. Ik vind het leuk als mensen mij bellen en dat ik dan kan zeggen: het zit zo en zo.”

Hoe heeft de stage je verrast? Je had het idee natuurlijk al zo lang in je hoofd. Naast het feit dat je zo veel makkelijker binnenkwam dan gedacht, waar heb je je over verbaasd toen je eenmaal binnen was? “Waar ik van schrok was dat mijn collega’s werkweken van 60 uur hebben, dat is wel heel intens, maar iedereen heeft zo veel passie voor het werk. Dat heeft mij wel verrast. Het is dan niet een heel artistieke functie die je doet, maar iedereen houdt van opera en gaat met plezier naar repetities en premières en praat er zo mooi over.” Dus het werk wordt met liefde gedaan? “Ja!” En ook door jou? “Ja, maar ik houd mij ook best wel netjes aan mijn negen tot vijf, haha.”

Er wordt een pan van het vuur gehaald terwijl haar eerste opera-ervaring naar voren komt in ons gesprek: in Verona met haar ouders in een openluchtarena. Heel veel beter kun je het niet treffen, zou je zeggen. “Maar ik was vooral musicalfan destijds.” Kun je dat niet allebei onder ‘muzikaal theater’ scharen? “Ja, in die zin wel, maar er zijn grote muzikale verschillen natuurlijk. Een belangrijk verschil is bijvoorbeeld dat de muziek bij opera áltijd live gespeeld wordt, bij musical vaak niet meer. En het is klassieker, het luistert anders.”

Als ik beken dat ik nog nooit een hele opera heb beluisterd, heeft Ronneke meteen een oplossing. “Hier in Amsterdam doen wij ons best om de drempel zo laag mogelijk te maken om een opera te bezoeken. Er worden heel veel nieuwe opera’s gemaakt met nieuwe muzikale combinaties, filmbeelden erbij. En korter.” En heeft het gewerkt, was er meer jong publiek? “Dat durf ik niet te zeggen, maar ik ben met een groep van Eureka naar de voorstelling geweest en die vonden het allemaal heel tof. En wat ik heel leuk vond, is dat zij ook zelf verbanden gingen leggen tussen de muziek en wat je op het toneel zag. Ik denk dat iedereen naar een opera  kan luisteren, niet alleen muziekwetenschappers. Je gaat zitten en alles wat jij waarneemt, is echt. Het hoeft geen elitair ding te zijn, je hebt geen basiskennis nodig in de klassieke muziek. Je moet het gewoon lekker over je heen laten komen! Mijn begeleider zei: ‘het is niet erg als je je focus verliest, zeker niet bij langere opera’s. Je moet die focus juist precies gaan richten op één element; de tekst, de muziek, de kleding en zo pik je het verhaal echt wel weer op.’ Dat vond ik heel mooi gezegd.”

En kun jij je als muziekwetenschapper laten meeslepen of ben je toch altijd gericht op de muziek? “Mijn verdiepingspakket is Muziek en Media en daar word je getraind om juist te kijken naar muziek in combinatie met andere media, dus dat is ook wel wat ik doe als ik een opera bekijk. Ik kijk veel naar synchronisatiepunten. Dat zijn punten waar er in de muziek iets gebeurt en iemand tegelijkertijd beweegt bijvoorbeeld. Daardoor krijgt iets meer kracht, meer nadruk.

Leuk dat je studie je stage- en opera-ervaring op die manier beïnvloedt. Op welke manier beïnvloedt de stage je studie? “Ik was dus helemaal dus niet zo’n enorme opera-ganger, maar inmiddels begin ik wel verliefd te worden op de opera en zie ik mezelf hier wel een scriptie over te schrijven.” Op welke manier past je stage bij de drie pijlers van het HHP? “Het is verbredend in de zin van nieuwe kennis opdoen en dat het heel breed is. En interdisciplinair, ik kijk met allerlei functies mee door het hele gebouw. Het is maatschappelijk betrokken omdat ik merk dat ik hier heel veel mensen in meetrek. De opera Don Giovanni van Mozart is door de Nationale Opera bestempelt als operaflirt: iedereen onder 35 jaar kan dan voor een lage prijs naar de opera en ik heb ál mijn vrienden opgetrommeld. Maar theater is vooral op zichzelf al maatschappelijk verbindend. Als je eenmaal met z’n allen in die zaal zit, met welke achtergrond dan ook, besluit je samen om je over te geven aan het verhaal en na afloop kun je het er met iedereen over hebben.” Dat zeg je mooi, een soort sociaal contract. Je ziet allemaal hetzelfde, je kijkt letterlijk dezelfde kant op. “Maar toch ziet iedereen iets anders, en dat maakt het zo leuk om na te praten.”

Dit is natuurlijk een kans om een jong publiek te adviseren welke opera het flirten waard is. Wat raad jij ze aan? “Dat vind ik lastig, omdat ik zelf ook nog niet alle opera’s heb bezocht. Maar er is voor ieder wat wils! Deze vrijdag (3 juni) gaat de laatste opera van het seizoen in première: Der Freischütz. Deze opera van Weber (1786-1826) past muzikaal in de traditie van de Duitse Romantiek maar wordt in de regie compleet anders gepresenteerd: het gaat niet meer om het verhaal van Max en Agathe, maar kijkt naar het repetitieproces van operazangers en hoe de voorstelling uiteindelijk tot stand komt. De toeschouwer kijkt als het ware naar een opera in een opera. Schrijf je vooral in voor de studentenalert om met korting een bezoek te brengen. Op naar de Opera!

 

Anna Verhoeven