Humanities Honours Blog

Blog

Onderzoeksstage en conferentiepresentatie over de meertalige William Caxton en zijn The History of Reynard the Fox (1481)

Een korte schets van alle activiteiten tijdens een onderzoeksstage, geschreven door Emma Buijl, vierdejaars student English Language and Culture.

 

Zoals veel van jullie wel zullen herkennen, liep dit academisch jaar anders dan gepland voor mij doordat corona veel flexibiliteit vroeg. Zo werd mijn uitwisseling naar Edinburgh helaas geannuleerd, maar kwam in plaats hiervan een ontzettend leuke onderzoeksstage op mijn pad. Dr. Marcelle Cole van de cursus Language History of the British Isles vertelde ons tijdens een werkgroep in blok 1 over het onderzoek van prof. Ad Putter (University of Bristol) naar de invloed van het Middelnederlands op het Middelengels, en dat hij op zoek was naar Nederlands-Engels tweetalige studenten. Ik voelde me geroepen en reageerde hier meteen op. Al gauw kwamen prof. Putter en ik met elkaar in contact en zetten we samen een onderzoeksstage op die ik vanuit huis kon volbrengen en die mij de mogelijkheid gaf voor academische verdieping.

 

Mijn onderzoeksstage viel onder het bredere North Sea Crossings Project van de University of Bristol omdat mijn stagebegeleider ook hierbij was aangesloten. Het North Sea Crossings Project zet zich in om de historische relaties tussen de Britse Eilanden en de Lage Landen in de middeleeuwen bekend en toegankelijk te maken. Het onderzoek dat ik heb uitgevoerd heeft dan ook een klein, extra lichtje geschenen op de connecties tussen deze twee gebieden in de middeleeuwen, specifiek op het contact tussen de Middelengelse en Middelnederlandse talen.

 

Ik heb onderzoek gedaan naar de Engelse William Caxton, een meertalige koopman, vertaler, en drukker, en zijn Middelengelse vertaling van de Middelnederlandse tekst Die Hystorie van Reynaert die Vos. Caxton’s meertaligheid, en specifiek zijn vaardigheid in het Middelnederlands, heeft ervoor gezorgd dat het Middelengels in zijn The History of Reynard the Fox (1481) invloeden vertoont van het Middelnederlands. Caxton en zijn vertalingen zijn al lange tijd onderwerp van discussie. De Britse onderzoeker Norman F. Blake heeft veel werk verricht op dit vlak, en stelde dat Caxton’s door Middelnederlands beïnvloede Engels grotendeels te danken was aan de haast waarmee hij vertaalde en dat hij dus puur uit gemak Middelnederlandse elementen had overgenomen.

 

Echter, prof. Putter en ik waren van mening dat er wat interessanter aan de hand was hier. Niet alleen gemak en haast konden de reden zijn voor het Middelnederlands in zijn tekst; het leek duidelijk dat Caxton onbewuste invloed ondervond van zijn kennis van het Middelnederlands terwijl hij aan het vertalen was naar het Middelengels. Dit is dan ook waar ik mij op heb gefocust. Ik heb Caxton’s Middelengelse tekst vergeleken met een Middelnederlandse versie van Gheraert Leeu (1479), welke Caxton wellicht ook zelf gebruikt heeft als bronmateriaal. Ik heb de teksten op grammaticaal, lexicaal (woorden), semantisch (betekenis), en orthografisch (spelling) niveau met elkaar vergeleken, en vond dat voornamelijk op het vlak van morfologie (inflectie en voorvoegsels), semantiek, en spelling invloed aanwezig was van het Middelnederlands wat een toevoeging was aan de lijst van directe leenwoorden en spellingen die Blake (1970) ook had al had benoemd als Middelnederlandse invloed. Deze bevindingen heb ik vervolgens geanalyseerd aan de hand van moderne theorieën in de psycholinguïstiek, taalverwerking, en tweetaligheid. Uiteindelijk heb ik aan de hand van de resultaten en de analyse een mooi beeld kunnen schetsen van hoe de tweetaligheid in Caxton’s brein er onbewust voor gezorgd heeft dat Middelnederlandse elementen zijn doorgesijpeld in zijn Middelengelse Reynard. De Middelnederlandse invloed was niet enkel te danken aan vertaalsnelheid; het zijn de taalverwerkingsprocessen in Caxton’s tweetalige brein die waarschijnlijk de grootste rol hierin hebben gespeeld.

 

De research paper die ik heb geschreven, was echter maar een van de producten van mijn onderzoeksstage. Toen ik nog druk bezig was met de teksten vergelijken, spoorde mijn stagebegeleider me aan om te reageren op de “call for papers” van de University of Bristol’s Centre for Medieval Studies 2022 Transitions postgraduate conference. Omdat het mij een goede oefening leek om een paperabstract specifiek voor een conferentie te schrijven, stuurde ik zonder al te veel verwachtingen een abstract in. Alleen al het schrijven hiervan vond ik een mooie ervaring die ik kon meenemen voor later. Al snel kreeg ik echter reactie dat ik was uitgenodigd als spreker voor de conferentie en dat ik dus naar Bristol mocht komen!

Enkele weken na dit bericht zat ik alweer in het vliegtuig op weg naar Bristol. De eerste dag van de conferentie maakte ik kennis met alle andere sprekers, waarvan er meerdere ook uit een ander land overgekomen waren. Ook zag ik voor het eerst na 4 maanden samenwerking mijn stagebegeleider in het echt, wat erg leuk was! Onder begeleiding van een hoogleraar geschiedenis hebben we die dag gezamenlijk Bristol verkend door een middeleeuwse lens. Heuvel op en af lopend kregen we de geschiedenis van de stad te horen en te zien. De volgende dag was ik aan de beurt om mijn onderzoek te presenteren. Omringd door voornamelijk PhD-kandidaten heb ik mijn verhaal gedaan over Caxton en zijn Reynard. Mijn onderzoek werd erg goed ontvangen en ik kreeg veel leuke en positieve feedback van de aanwezigen.

De conferentie was een totaal nieuwe ervaring en ik was daarom ook erg zenuwachtig. Het was echter een uitnodigende en fijne sfeer die echt in het teken stond van leren van elkaar en samen tot mooie, nieuwe inzichten komen die op allerlei geesteswetenschappelijke vlakken meer ter kennis brengen over de middeleeuwen. Ik heb het uitvoeren van mijn stageonderzoek, het schrijven van het research paper, en de deelname aan de conferentie als ontzettend leuk en leerzaam ervaren. Het waren allemaal nieuwe ervaringen, die ik voor geen goud had willen missen!