Actualiteit
Interview met Richard Calis
Richard Calis werkt sinds 2022 aan de Universiteit Utrecht en is sinds dit collegejaar HHP domeincoördinator van Geschiedenis en Kunstgeschiedenis. Daar neemt hij het stokje over van onze huidige Honours-directeur, Frans Willem Lantink. Calis is over de hele wereld geweest en heeft ons dus veel te vertellen. In het licht van zijn nieuwe aanstelling binnen het programma interviewden wij hem voor het blog. In dit interview geeft Calis ons de boodschap mee: haal eruit wat erin zit; Een verhaal over creativiteit binnen de academische wereld en het verleggen van grenzen.
Michelle: Zou je jezelf willen voorstellen?
Richard: Ik ben Richard Calis, en ik ben universitair docent cultuurgeschiedenis aan deze universiteit. En ik specialiseer me vooral in kennisgeschiedenis, intellectuele geschiedenis, het heeft altijd een andere naam. Ik ben in principe geïnteresseerd in hoe mensen de wereld om hen heen willen begrijpen, niet echt in filosofische zin, maar meer in de praktische zin. Dus stel, je wil iets weten over een ander land of over een andere cultuur of je wil iets weten over de natuur. Hoe werkt dat dan? Wat voor processen heb je tot je beschikking? Binnen de UU geef ik onderwijs als domein coördinator HHP maar ook bij de opleiding Geschiedenis. Daar ben ik vooral het gezicht van Inleiding Geschiedwetenschap, het allereerste vak van de opleiding, waar we studenten onderwerpen aan het idee dat geschiedenis niet over feiten gaat, maar over benaderingen.
Michelle: En welke tijdsperiode ben je voornamelijk mee bezig?
Richard: Mijn onderzoek gaat vooral over de vroegmoderne periode, dus dat is 1400-1800, maar mijn interesse ligt eigenlijk veel breder. Ik ben eigenlijk vooral geïnteresseerd in verhalen en de manier waarop het verleden wordt gerepresenteerd in een verhalende vorm of door individuen. Dat laat zich niet makkelijk in een tijdsperiode pakken. Maar ik zou zeggen dat ik gespecialiseerd ben in de vroegmoderne tijd, het meest in ieder geval.
Michelle: Je bent afgelopen september begonnen als domeincoördinator van Geschiedenis bij het HHP. Waarom wilde je dat gaan doen?
Richard: Dat is een hele goede vraag. Ik vind het altijd leuk om op verschillende manieren met verschillende soorten studenten kennis te maken en onderwijs aan te geven. Omdat vooral mijn taak Inleiding Geschiedwetenschap is, zie ik studenten aan het begin van hun academische carrière. Bij het HHP begeleid ik studenten vanaf hun tweede jaar totdat ze afstuderen. Het is echt een voorrecht om te zien hoe mensen zich ontwikkelen in die tijd. Ik heb ook veel mentoractiviteiten ondernomen voordat ik naar Utrecht kwam omdat ik graag wil dat iedereen zich fijn kan voelen op de universiteit. Het is belangrijk dat studenten iemand hebben om hun vragen aan te stellen als ze nog niet zo bekend zijn met de academische wereld. HHP studenten zijn vaak ook heel nieuwsgierig, en dagen mij als docent ook uit door lastige vragen te stellen. Dat is altijd heel leuk, het houd je scherp.
Michelle: En wat vind je het allerleukste aan betrokken zijn bij het Honours Programma?
Richard: Nou ja, de studenten die ambitieus zijn, dat vind ik fijn. Ambitie kan in Nederland best nog wel een vies woord zijn. Voor mij is de universiteit de plek geweest waar ik alles heb kunnen doen wat ik wilde doen. Mijn ouders zijn nooit naar de universiteit geweest, dus voor mij was dit echt iets waarvan ik dacht van ‘Ik ga hier alles uit halen wat hieruit kan halen.’ Ik vind het fijn dat er studenten zijn die dat ook zoeken en die proberen zoveel mogelijk iets te maken van hun tijd hier. En ik vind trouwens ook dat studeren houdt ook in dat je met elkaar in de kroeg kan zitten en allerlei leuke dingen kan meemaken. Maar voor mij sluit dat niet uit dat je ook ontzettend geïnteresseerd kan zijn in je vak. Dat vind ik heel prachtig om te zien dat dit echt een plek kan zijn voor mensen die zichzelf willen pushen en leren kennen op nieuwe manieren en uitdaging zoeken. Dat is niet om te zeggen dat je dat altijd hoeft te doen, hè? Er is tegenwoordig zo veel druk vanuit de samenleving om van alles te moeten zijn. Ik heb het meer over de intrinsieke motivatie die is ontstaan uit nieuwsgierigheid en passie voor je vak. Niet pushen om te pushen, dat je daarna met een burn-out zit maar dat je echt kan denken: ‘oh wauw, hier heb ik nog nooit over nagedacht.’ Op zoek zijn naar uitdaging gaat meer om je verwonderen en buiten je comfort zone stappen, hoe cliché dat ook mag klinken.
Michelle: Ja, zoals ik het zo mag zeggen, de vrijheid van het programma?
Richard: Ja dat, en ik merk dat studenten dat ook heel moeilijk vinden. Bij de tweedejaars bijvoorbeeld: dan geef je ze het idee van ‘oké, ga nu zelf maar je eigen onderwijs vormgeven’. Dan zeggen ze ‘ja, Ik weet niet hoe dat moet’. Ik denk dan: ‘Dat is top, als je niet weet hoe het moet, dan ga je het proberen.’ Wij zijn daar om te begeleiden en dat is denk ik heel zinnig. Dat heb ik zelf altijd als heel zinnig ervaren, dat je soms een beetje in het diepe wordt gegooid. Het is heel spannend en heel eng, maar met de juiste mensen om je heen kan dat ook heel productief zijn.
Michelle: Kun je daar een voorbeeld van geven?
Richard: Om maar even een voorbeeld te geven, wat ik ook heb gedaan is een boek voorschrijven. Dat was echt een heel vreselijk boek. Jij (Michelle) hebt ook gelezen. Het is een boek uit de Oxford Very Short Introduction serie. De studenten kwamen vast te lopen, het is echt vreselijk. De inhoud is academisch en volledig, maar door hoe het is geschreven is het ook relatief onleesbaar. Het gaat alleen maar over hoe verschillende culturen verschillende kalenders hebben. Nou, dat lezen de studenten dan voor de eerste week. Ik vroeg: ‘Wie kan mij uitleggen hoe de Etruskische kalender werkt, weet iemand dat? Nou, ik kan het ook niet, dat is een vreselijk boek en ik snap er ook niets van.’ Dan zag je gewoon zo’n soort van sigh of relief. Dat ze ook wel eens kennis moeten maken met dingen die slecht zijn. Ik probeer dat natuurlijk wel op een stimulerende manier te doen, dus niet dat je een beetje studenten gaat shamen omdat ze het niet begrijpen. Iedereen daar dacht op dat moment: ‘kan ik dit wel?’ Terwijl eigenlijk zou je moeten bedenken: ‘dit is een slecht boek’ of ‘waarom begrijp ik dit niet?’ Ik denk dat het proces van kritisch zijn daar ook bij hoort. Kritisch leren zijn op de stof die je tot je neemt, zou centraal moeten staan op de universiteit. Daar hoort bij dat je soms fouten maakt. Want we lezen natuurlijk vaak ook artikelen die alleen maar, zogenaamd, perfect moeten zijn, maar het is ook heel productief om na te denken over een artikel dat je misschien niet zo goed begrijpt, en dat het ook oké.
Michelle: Het portfolio is natuurlijk een groot deel van het HHP. Als je zelf een portfolioactiviteit zou mogen organiseren, wat zou dat dan zijn?
Calis: Nou, nu heb ik het heel druk, dus dan zou ik voor het makkelijkste gaan. Gewoon even een commissie hier of daar [moet lachen]. Maar ik ben een groot voorstander van culturele uitwisseling en het in contact komen met mensen van andere culturen. Dus bijvoorbeeld naar andere universiteiten gaan of naar andere steden of plekken. En dat probeer ik in mijn onderwijs ook te doen waar dat kan en in dat opzicht zou ik misschien ook iets organiseren zoals een reis of uitwisseling, rondom een gedeeld thema.
Michelle: Ik ga een aantal persoonlijkere vragen stellen, niet schrikken hoor! Im had op Twitter gezien dat je van cocktails houdt. Wat is je favoriete cocktail om te maken of om te drinken?
Calis: Ja, fantastisch! Ongeveer tien jaar geleden ben ik naar Amerika gegaan om mijn PhD te doen. Toen ging er ook wel wat drinken met vrienden, maar je hebt daar óf heel smerig bier óf hele dure wijn, die ook niet lekker is. Vaak stonden er wel allerlei vreemde drankjes op de kaart die ik niet kende. Een aantal vrienden van mij die dronken het ook, dus toen is dat een beetje zo gegroeid. Op een gegeven moment vond ik het ook wel leuk om sociale dingen te organiseren, dus ik gaf ook wel eens een cocktail feestje tot groot vermaak van mijn vrienden en collega’s. In de pandemie moest je ook wat, dus toen had ik gewoon een soort home-bar gemaakt. Ik heb nog gespeeld met het idee om een TikTok of Instragramaccount te beginnen, maar dat idee heb ik snel afgeschoten. Hoe dan ook, mijn favoriete cocktail om te maken is waarschijnlijk een French 75. Dat is ook wel goed dat we dat nu over hebben, want dat is echt een goede cocktail, ook voor de winter. Dat is met gin, suikersiroop, citroen en dan opgevuld met champagne of prosecco. Het is heel sterk dus je merkt ook niet dat je er een drinkt, maar het is wel heel fris en tegelijkertijd heel sparkling. Dus een ideale winter cocktail. De French 75 is vernoemd, allegedly, naar een machinegeweer uit de Tweede Wereldoorlog, die 75 rondes per minuut zou schieten, omdat die cocktail best wel hard aankomt. Dus voor het geval ik dat mijn baas straks gaat klagen over dat ik drankcultuur promoot: je moet natuurlijk wel drinken met mate!
Michelle: Heb je ook huisdieren?
Calis: Zeker! Ja, ik heb een kat genaamd Ria. Zij is geadopteerd uit Griekenland door mijn partner en waarschijnlijk is haar naam een afkorting van Elefteria. Dat is een vrij veel voorkomende Griekse naam. Sinds kort heeft mijn vader een hond, een bordercollie, en dat is natuurlijk de nieuwe liefde van mijn leven! Daar heb ik afgelopen weekend ook opgepast. Ja, maar ik hou van allerhande dieren, van alles groot of klein, behalve insecten, dat zijn geen dieren.
Michelle: Wat is het leukste vak dat je ooit hebt gegeven?
Calis: Ik denk dat dat het vak met de ontzettend saaie titel Historiography is. En dat heb ik in Princeton gegeven samen met mijn PhD begeleider. Dat is eigenlijk voor History majors van een Liberal Arts programma, die krijgen een vak waarin ze kennismaken met de verschillende manieren van geschiedenis schrijven. Het is heel vergelijkbaar met het eerstejaars vak dat ik hier geef, maar dan op een hoger niveau. Het lijkt ook op een vak dat ik zelf heb gevolgd in een master waar we iedere week een historische klassieker lazen om te kijken hoe mensen in het verleden geschiedenis hebben geschreven.
* (hieronder is een lijstje van een aantal van de genoemde boeken)
Calis: Misschien ook leuk voor op de blog: ik ga volgend jaar een vak geven over koffie en cacao en de introductie daarvan in het westen als culturele praktijk. Hoe mensen in het Midden Oosten dronken heeft bijvoorbeeld veel invloed gehad op hoe wij het in Europa zijn gaan drinken in de vroegmoderne periode. Ik wil dat een beetje gaan traceren hoe die processen naar Europa zijn gekomen. Maar we gaan het ook hebben over hoe koffiecultuur er nu uit ziet. Dus hopelijk gaan we ook in gesprek met barista’s en leren zelf chocolade te maken. Dat lijkt me nu al een leuk vak, daar ga ik veel te veel tijd in steken.
Michelle: Dat is een bachelor-vak?
Calis: Ja
Michelle: Ik denk dat best wel veel studenten daar interesse in hebben. Dat het ook een stukje persoonlijker is natuurlijk.
Calis: Ja! Het gaat voor zowel TCS- (taal- en cultuurstudies) als Geschiedenisstudenten zijn. Iedereen is er heel enthousiast over en men denkt dat ik een redelijk aantal werkgroepen ga kunnen vullen, we gaan het zien!
Michelle: En drink je zelf ook koffie?
Calis: Nee maar ik eet zeker wel chocola. Ik ben semi-verslaafd aan chocola maar ik drink geen koffie, behalve in Italië. Omdat het in Italië te warm is om te eten en een koffie al blanco drinken is daar meer een sociaal ding.
Michelle: Nog even over de Berlijnreis, hoe vond je die?
Calis: Ja, heel leuk! Het was echt fantastisch georganiseerd, ik kan niet anders zeggen. Petje af voor de studenten die het hebben georganiseerd! Het was heel leuk om de verschillende thema’s van tereinverkenning—wat ging over het concept van ‘tijd’—terug te zien. We hebben een paar fantastische wandelroutes gelopen en er was moeite gestopt in de museumbezoekjes. Frans Willem was er, net als mijn collega Jan van Doren, met wie ik dit jaar het vak heb gegeven. Toen we daar samen waren in Berlijn zagen we ook weer nieuwe verbanden, dus hopelijk volgend jaar nemen we een film zoals Good Bye, Lenin! (2003) mee in het programma. Good Bye, Lenin! gaat over een vrouw dit net vóór de val van de muur in coma raakt. Wanneer ze wakker wordt, is de muur is gevallen. Haar kinderen besluiten dan te doen alsof er niks aan de hand is, dus die gaan de fictie ophouden dat ze nog steeds in Oost-Berlijn woont. De film gaat in essentie over wat in Duitsland Ostalgie wordt genoemd: nostalgie voor Oost Berlijn vóór het vallen van de muur. Een goede film en heel toepasselijk voor een cursus over tijd.
Okay en als laatste vraag, wat zijn jouw two truths and one lie?
Richard: Ik heb een marathon gelopen, ik ben fan van Game of Thrones en ik heb een obsessie met zonnebrillen!
* Klassieke boeken voortgekomen uit vraag over favoriete vak:
- The Return of Martin Guerre van Natalie Zemon Davis (1983).
- De kaas en de wormen van Carlo Ginzburg (The cheese and the Worms, 1976).
- Gay New York van George Chauncey (1994)
- Neighbours van Jan Gross (2000)