Humanities Honours Blog

Dr. Sophie Reinders

Sophie Reinders over haar ‘weg tot de wetenschap’

 

 

 

 

Als ik mijn CV voor een academisch publiek moet samenvatten, bijvoorbeeld voor bij een publicatie of als ik een abstract voor een congres indien, dan klinkt het vaak ongeveer als volgt:

Sophie Reinders (1984) studeerde Nederlandse taal en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam waar zij in 2011 de onderzoeksmaster Nederlandse letterkunde (cum laude) afrondde. In hetzelfde jaar begon zij als promovendus en docent aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In 2017 promoveerde zij aldaar (cum laude) op het proefschrift De mug en de kaars. Vriendschap en liefde in alba amicorum van adellijke vrouwen uit de Noordelijke Nederlanden 1575-1640. Dit proefschrift werd bekroond met de Keetje Hodshon Prijs. De handelseditie van dit proefschrift, De mug en de kaars. Vriendenboekjes van adellijke vrouwen 1575-1640, verscheen bij Uitgeverij Vantilt. Reinders is bestuurslid van de Werkgroep Adelsgeschiedenis en van de Stichting Vrouwengeschiedenis Vroegmoderne Tijd en redactielid van Virtus. Journal of Nobility Studies en het Jaarboek Zeventiende Eeuw. Momenteel is zij docent Vroegmoderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Utrecht.

Als je dit leest, lijkt het alsof mijn hele loopbaan ‘de bedoeling’ was en alsof de ene fase logisch en als vanzelf overging in de andere, maar eerlijk gezegd had ik iedere stap in mijn academische loopbaan en ook de weg ernaartoe verwacht noch gepland. Aan het einde van mijn middelbare schooltijd twijfelde ik lang tussen verschillende studies. Ik koos uiteindelijk voor Nederlandse taal en cultuur, eigenlijk simpelweg omdat ik enorm van lezen, schrijven en (producten van de) verbeelding hield en ik een geweldige, enthousiasmerende docente had. Gedurende mijn studie ging mijn hart vooral sneller kloppen bij de historisch letterkundige vakken, omdat ik daar mijn liefde voor geschiedenis, filosofie en literatuurwetenschap kon combineren en ik in historische literatuur een andere, spannende samenleving zag meezingen. Het voelde alsof ik er een wereld bij kreeg, die me ook met een frisse en kritische blik naar onze eigen tijd leerde kijken.

In mijn (brede) keuze voor vakken en minoren liet ik me leiden door de liefde voor geschiedenis in het algemeen en de literatuur in het bijzonder en de liefde voor het geesteswetenschappelijke instrumentarium dat je op zoveel mooie bronnen (films, toneelstukken, romans, liedteksten, enz.) kunt loslaten. Tijdens mijn bachelor had ik geen researchmaster voor ogen (ik wilde redacteur worden of journalist), tijdens mijn researchmaster had ik geen promotietraject voor ogen (dat was toch alleen voor de ‘Einsteins’ van deze wereld?) en tijdens mijn promotietraject ten slotte, had ik niet gedacht direct aansluitend opnieuw een (tijdelijke) baan aan een universiteit te vinden. Maar ik ben heel blij dat het allemaal zo gelopen is en dat ik me nog altijd mag bezighouden met bronnen en vragen die me interesseren en gelukkig maken.

Wat mij opvalt aan academische CV’s is dat onderwijs vaak niet of nauwelijks genoemd wordt, terwijl aan een universiteit onderwijs en onderzoek onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Als docent besteed ik veel aandacht aan het overbrengen van mijn liefde voor historische literatuur door mijn eigen onderzoekspraktijk en het recente onderzoek van collega’s in binnen- en buitenland in mijn colleges te betrekken.

Naast onderzoek doen en onderwijs geven, heb ik vanaf de start van mijn onderzoek een breed publiek bij mijn onderzoek – en cultuurwetenschappelijk en geesteswetenschappelijk onderzoek in het algemeen – proberen te betrekken, omdat ik het belangrijk vind dat (geestes)wetenschappers hun onderzoeksresultaten vertalen naar de samenleving en zich actief mengen in het maatschappelijk debat. In 2016 ben ik door de Koninklijke Akademie van Wetenschappen verkozen tot een van de Faces of Science, een project dat bedoeld is om scholieren en studenten kennis te laten maken met de wereld van promovendi en te enthousiasmeren voor de wetenschap. Naast het maken van de vertaalslag naar studenten en scholieren, heb ik een breder publiek bij mijn onderzoek betrokken via publiekslezingen, interviews in landelijke en regionale kranten, radio-en televisieoptredens, populairwetenschappelijke publicaties, mijn deelname aan ScienceBattle (zie http://sciencebattle.nl/) en het delen van mijn eigen onderzoek en dat van collega’s via Twitter.

Mijn promotieonderzoek ging over vriendenboekjes van adellijke vrouwen uit de zestiende en zeventiende eeuw, je zou kunnen zeggen ‘het Facebook van 400 jaar geleden’. Het onderzoek dat ik in de toekomst hoop te kunnen doen bouwt hierop voort: hoe zien de voorlopers van onze moderne sociale media eruit? Hoe verzamelden mensen in de vroegmoderne tijd teksten en afbeeldingen en hoe gebruikten zij deze verzamelingen in hun contact met anderen en voor het vormen en uitdragen van een bepaalde identiteit?

Meer weten?

Zie o.a. www.sophiereinders.nl

Op mijn website staat een aantal artikelen over mijn onderzoek. Aanvullend zou ik de inleiding (en eventueel de Slotbeschouwing) van mijn boek De mug en de kaars aanraden.

Voor berichtgeving rondom mijn promotie in diverse media

Twee korte filmpjes over mijn onderzoek zijn te zien via de Volkskrant en Faces of Science, Nemo Kennislink

Filmpje gemaakt voor de Prijs Docenttalent van de UU (2017) (wachtwoord: docenttalent)

Twitter: ‪@SophieLiselotte‬